Succesvol digitaliseren, stap 4: aandacht voor impact

Eenmaal gezamenlijk onderweg naar de nieuwe digitale bestemming kan er nog het nodige misgaan. Zo ‘stapt’ de een wat sneller dan de ander en kan iemand even letterlijk en figuurlijk de weg kwijt zijn. Of last hebben van ‘heimwee’. Als ‘reisbegeleiders’ is het aan Andersom om ervoor te zorgen dat iedereen in beweging blijft. Daarbij is ook een rol weggelegd voor interne begeleiders.

Gebruikersadoptie

Of en wanneer de bestemming wordt bereikt, hangt concreet gezegd af van de mate waarin de nieuwe manier van werken door iedereen wordt omarmd. Die gebruikersadoptie, want daar hebben we het over, is namelijk geen vanzelfsprekendheid. Mensen zijn van nature geneigd grote veranderingen uit de weg te gaan en vast te houden aan het vertrouwde. Zelfs wanneer de systemen die men al jaren gebruikt lang niet volledig en op de juiste manier worden gebruikt. Het is de kunst om ervoor te zorgen dat medewerkers zelf willen veranderen vanuit ambitie in plaats van dat het wordt opgelegd. En dat ze de urgentie zelf voelen en doorleven. In onze aanpak bij digitale transities maken we onderscheid tussen de zogenoemde bovenstroom en onderstroom.

‘Pijn’ erkennen

Bij de bovenstroom gaat het om praktische (en zichtbare) zaken en middelen zoals trainingen, werkinstructies, procesoptimalisatie in schema’s en procedures, en concreet beheer. Dat is deels het domein van leveranciers van systemen, al zijn die middelen in de praktijk vaak ontoereikend. Wij richten ons naast interventies op de bovenstroom ook op de onderstroom en de impact die transformaties hebben op iemands houding en gevoelens (zoals onzekerheid, weerstand en angsten). Tegelijkertijd zijn ook ongeremd enthousiaste medewerkers voor een groep niet altijd effectief. We appelleren aan de urgentie, bijvoorbeeld in termen van efficiënter/prettiger werken en betere dienstverlening, en bieden tegelijkertijd ruimte voor die (negatieve) gevoelens en het ‘loslaten’ van het oude. We erkennen de ‘pijn’ van het achterlaten van het oude systeem, oude werkwijzen en gewoonten.

Tijdelijk niemandsland

Dat is met name van belang in de kritische fase waarin men het oude niet meer heeft en het nieuwe nog niet concreet is. Men bevindt zich dan in wezen in een soort tijdelijk niemandsland. ‘We weten het even niet’. Als die fase grotendeels voorbij is, zie je mensen vertrouwen krijgen. Ze slaan aan het experimenteren en raken ‘engaged’. Zeker naarmate de kerngebruikers, die we al in een veel eerder stadium hebben gemobiliseerd en opgeleid, de rol van begeleider of trainer van ons en van de leverancier hebben overgenomen. Als die betrokkenheid er organisatiebreed eenmaal is, dan vertaalt zich dat al snel in meer focus en klanttevredenheid, goed gebruik van de systemen, betrouwbare data en betere financiële resultaten. En uiteindelijk een hogere return on investment.

Wat de angst voor het onbekende betreft, hebben we met z’n allen het afgelopen jaar totaal onverwacht hulp gekregen van corona. We zijn immers, zij het noodgedwongen, massaal gaan thuiswerken. Iets waar we vóór begin 2020 eveneens massaal tegenop zagen. En het is ons gelukt! Daar kunnen we met z’n allen veel vertrouwen uit putten voor toekomstige transformaties. In welk vorm dan ook.