Weg met de AI-schaamte: begin gewoon
“Mag ik dit eigenlijk wel gebruiken?” Die vraag horen we steeds vaker bij woningcorporaties. Niet omdat medewerkers AI niet interessant vinden. Integendeel: ze experimenteren er al mee. Stiekem. Op hun eigen telefoon. Tussen twee afspraken door. Omdat de organisatie het nog niet faciliteert – of zelfs afhoudt. Dat is zonde. Want als AI werkt, waarom zou je het dan niet gewoon slim, veilig en bewust inzetten?
Iedereen doet het. Maar niet iedereen praat erover.
Bij steeds meer corporaties zijn medewerkers al aan het oefenen met AI-tools als ChatGPT of CoPilot. Ze laten brieven herschrijven, beleidsstukken controleren of werkoverleggen samenvatten. Alleen… ze vertellen het niet altijd. Er rust een soort taboe op. Alsof je iets doet wat niet mag. Alsof het een trucje is, in plaats van een vaardigheid.
Dat taboe werkt verlammend. En het is onterecht. Want de techniek is er, de voordelen zijn duidelijk, en je collega’s zijn allang begonnen. Dan kun je het beter bespreekbaar maken dan verstoppen.
AI-schaamte ontstaat waar duidelijkheid ontbreekt
Waar komt die terughoudendheid vandaan? Meestal niet uit onwil. Maar uit koudwatervrees. Uit een gebrek aan kaders. Mag je het gebruiken? Hoe zit het met privacy? Deel je dan gevoelige data? Kun je het zomaar toepassen in communicatie met bewoners?
Zonder duidelijke richtlijnen gaan mensen het zelf maar proberen. En wie zich onzeker voelt, houdt het stil. Maar hoe zonde is dat? Je wilt toch liever dat medewerkers hardop leren, in plaats van in stilte worstelen.
Daarom is het als corporatie belangrijk om het goede voorbeeld te geven. Maak duidelijk dat het mag. En hoe je het veilig en slim doet. Leg uit dat je AI-tools kunt gebruiken zónder data te delen. En dat experimenteren mag – juist zelfs.
Begin klein. Begin veilig. Maar begin wél.
AI hoeft niet groots te zijn. Integendeel. Juist kleine toepassingen maken het verschil. Een brief naar huurders herschrijven naar B1-niveau. Een beleidsstuk samenvatten in bulletpoints. Of een conceptmail laten herschrijven in net iets vriendelijker taal. Alles telt.
Bij Andersom zeggen we vaak: zet elke dag 5 minuten ‘AI-oefentijd’ in je agenda. Net zoals je werkt aan fysieke fitheid, werk je aan je digitale fitheid. Spelen, testen, leren. Zonder druk. Zo bouw je vertrouwen op – en routine.
Waarom het uitmaakt
Medewerkers die AI slim inzetten, winnen tijd. Krijgen sneller grip op informatie. Schrijven duidelijker. Werken efficiënter. En vooral: ze houden meer tijd over voor wat echt telt – bewoners, collega’s, keuzes maken.
En nee, AI vervangt je niet. Maar collega’s die het wél gebruiken, krijgen wél een voorsprong. Die zijn sneller, scherper, slagvaardiger. In een tijd waarin de werkdruk in corporaties alleen maar toeneemt, is dat verschil allesbepalend.
Maak van AI geen ‘geheim project’
Je hoeft geen AI-specialist te worden. Maar je moet het wel durven proberen. En je moet het vooral samen doen. Maak ruimte om ervaringen te delen. Bespreek wat werkt – en wat niet. Leg de lat laag. Je hoeft niet perfect te starten, je hoeft alleen maar te starten.
Bij Andersom geloven we dat je pas echte verandering krijgt als je ruimte geeft om te oefenen. Zonder oordeel. Zonder schaamte. Want alleen dan durven mensen iets nieuws toe te laten in hun werk.
Samenvattend
AI gebruiken is geen ‘gimmick’ voor technerds. Het is een machtige digitale gereedschapskist die iedereen kan leren gebruiken. Maar dan moet het uit de schaduw. Weg van de privételefoon. Weg van het gefluister op de werkvloer.
Geef als organisatie het goede voorbeeld. Maak duidelijk: ja, je mag dit gebruiken. Sterker nog – we verwachten dat je ermee gaat oefenen. Want samen leren is beter dan alleen proberen. Hanteer wel duidelijke kaders en geef tips.
AI is geen bedreiging. Maar er niets mee doen? Dat wel.